Rond Pasen kreeg België net zoals veel andere landen een OESO milieuprestatierapport in de bus. Bleken de resultaten uit dat rapport nu even serieus tegen te vallen. Met maar liefst 38 aanbevelingen komen we er niet bepaald als de beste van de klas uit.

In het rapport worden de huidige resultaten vergeleken met die van 2007. Het verslag maakt dus de balans op van het Belgische beleid van de voorbije 13 jaar. Een van de belangrijkste factoren die het behalen van de doelstellingen tegenhoudt, blijkt de versnippering van bevoegdheden tussen de verschillende regio’s en het federaal niveau. Als we tegen 2030 en 2050 dus bij de betere leerlingen willen horen, zit er maar één ding op. We moeten dringend initiatief nemen, samenwerken en vooruitkijken.

Terugkerend evaluatieverslag

Het OESO milieuprestatierapport toont aan hoe ver een land staat met betrekking tot de milieubeleidsdoelstellingen. Die resultaten worden berekend op basis van milieuprestatiebeoordelingen of environmental performance review. Maar liefst 250 Belgische experts van de regionale en federale administraties reageerden op verschillende vragen van de OESO. Deze evaluatie van de implementatie van het Belgisch milieubeleid is onderdeel van een terugkerende cyclus van analyse en uitwisselingen tussen de OESO en de Belgische autoriteiten.

Het kon slechter

Ook al zijn de resultaten niet geschikt om mee uit te pakken. We moeten eerlijk zijn. België heeft sinds 2007 op alle thema’s vooruitgang geboekt. Ondanks het feit dat we er nog lang niet zijn, zijn we er wel al in geslaagd om op verschillende vlakken economische groei los te koppelen van milieubelastende aspecten, zoals er zijn afval en energie.

Aanbevelingen

Het OESO-rapport raadt België aan om na de pandemie te investeren in koolstofarme en natuurlijke infrastructuur, het verhogen van de koolstofprijzen, het geleidelijk afschaffen van subsidies die schadelijk kunnen zijn voor het milieu en het bevorderen van circulaire economie. Want ook de huidige pandemie heeft invloed gehad op de resultaten. We zijn echter mede door deze gezondheidscrisis afgeweken van onze vooropgestelde doelen.

Zoals eerder aangehaald, bemoeilijkt de versnippering tussen de verschillende bevoegdheden in ons land de samenwerking, maar er zijn nog een aantal zaken die België voor een grote uitdaging stellen. Zo zal de afbouw van de kernenergie tegen 2025 op andere vlakken voor meer emissies zorgen, zal de afname van de biodiversiteit moeten aangepakt worden en zullen de hoge materiaal- en koolstofvoetafdrukken moeten verminderen. Indien deze uitdagingen niet concreet worden aangepakt, zullen de SDG’s tegen 2030 moeilijk te halen zijn, zeker nu Europa recent de doelstellingen aanscherpte.

Beperkt innovatief

De cijfers uit het OESO-rapport tonen aan dat België een sterke innovator is, maar we investeren ons innovatiebudget in de verkeerde technologie. Zo gaat er veel budget naar energiegerelateerd onderzoek, maar als we verder in detail kijken, blijkt dat het grootste deel daarvan gespendeerd wordt aan onderzoek in kernenergie en slechts in mindere mate, aan energie-efficiëntie. Daarnaast investeren we in België ook nog te weinig in innovatie in verband met hernieuwbare energiebronnen, zoals windenergie, hydraulische energie, zonne-energie, geothermie en chemische energie.

Ons land heeft dus nog heel wat huiswerk te goed als we de Sustainable Development Goals van 2030 willen halen. Lees hier in detail voor welke uitdagingen we vandaag de dag staan.

Ondertussen reageerde Vlaams minister voor Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Zuhal Demir, reeds op de aanbevelingen van de OESO in het milieuprestatierapport voor België:

“Dat Vlaanderen de tanker van het omgevingsbeleid probeert te keren is ook de OESO niet ontgaan. De verhoogde inspanningen die Vlaanderen levert met onder meer de Blue Deal in de strijd tegen droogte, de aanpak van mestfraude en onze koploperspositie in het circulair omgaan met materialen en bodem. Uiteraard wijst de OESO ook op belangrijke verbeterpunten. Vooral de handhaving van de milieuregels, het verminderen van de stikstofneerslag en de verbetering van de luchtkwaliteit zijn daarbij belangrijk en staan reeds hoog op de prioriteitenlijst van de Vlaamse regering. Vlaanderen heeft nog veel werk voor de boeg maar het verbeteren van onze leefomgeving zie ik als een kerntaak.”

Over Oeso

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een samenwerkingsverband tussen 30 verschillende landen om economisch en sociaal beleid te bespreken, coördineren en bestuderen. De aangesloten landen proberen gezamenlijke problemen op te lossen en trachten internationaal beleid af te stemmen.